Ballonverhalen
De tijd vliegt 2

De tijd vliegt 2

Nadat de Fransen in 1783 de lucht in waren gegaan, waren dit gebeurtenissen van de eerste orde voor tijdgenoten. Alom sprak men van experimenten, ontplofbaar gas, atmosferische druk en eindeloze reizen. Voor de filosofen, de verlichte denkers en de in de wetenschap geïnteresseerde burger vormde de ballon het symbool van de vooruitgang. Het koningshuis en de aristocratie stimuleerden de ballonvaart.

In Engeland en Italie nam de belangstelling toe en ook naar Nederland waaide de nieuwe vinding over.
In Rotterdam steeg de eerste ballon op met Abraham Hopman, in zijn zelfgemaakte ballon vaarde hij in 1804 van Rotterdam naar Schiedam. De ballonvaart werd een rage en de ballonvorm dook op in de mode en werd een geliefd motief op porselein, meubelen, snuif -en tabaksdozen.

De ballonvaarders zelf werden idolen. Jean Pierre Blanchard zweefde in 1785 met een medepassagier naar Engeland en de oversteek slaagde op het nippertje, want met de krijtrotsen in zicht begon de ballon bedenkelijk te zakken. Slechts door allerlei ballast overboord te werpen en zich van hun kleren te ontdoen, slaagden de dappere luchtridders erin de overkant te halen. In de 19e eeuw was de ballon een onmisbare attractie bij kroningen, inwijdingen, openingen van officiele gebouwen.


Een jaarmarkt, een volksfeest was pas geslaagd als er een beroemde luchtheld optrad. Rondreizende ballonvaarders zoals Blanchard verdienden veel geld. Hun opstijgingen werden opgeluisterd door kanongebulder en muziek, het werd steeds uitbundiger en gewaagder. Ze lieten vuurwerk ontploffen, haalden acrobatische toeren uit, lieten zich aan een touw overboord vallen, gingen te paard de lucht in of wierpen vanuit hun mand katten of honden per parachute naar beneden. Ballonvaart was volksvermaak.


Ook militairen verwachtten veel van de ballon, al snel zagen Franse officieren hier mogelijkheden om vijandelijke troepenbewegingen te observeren. Het nuttig gebruik van ballonnen bleef over het algemeen beperkt. Enerzijds omdat een ballon moeilijk te sturen is, anderzijds omdat zijn hefvermogen gering is. 
Erasmus Darwin, de vader van Charles,meende al in 1791 dat deze gebreken opgeheven konden worden.
Of de ballon moest met een stoommachine worden voortbewogen, of er zou een nieuwe explosieve stof worden uitgevonden.


Dat zou volgens hem binnen 50 jaar het geval zijn. In 1852 ging een Fransman Giffard de lucht in met een ballon, uitgerust met een propellor die was aangedreven door een stoommachine. Die stoommachine is niets geworden maar met die explosieve stof kreeg Darwin gelijk, al zou het nog twee maal zo lang duren als hij had gedacht.

Terug naar vorige pagina